Websites (apps) zijn er voor iedereen!
Over het belang van toegankelijkheid.
Nu de Nederlandse kantoren, terrassen, bioscopen en theaters nog grotendeels gesloten zijn, besteden we veel tijd achter de computer. Internet speelt een steeds belangrijkere rol in onze samenleving. Maar hoe zit het met de toegankelijkheid van de websites die we bezoeken? En waarom is die toegankelijkheid eigenlijk zo belangrijk?
Juist omdat toegang tot internet voor veel mensen inmiddels zo belangrijk is, zijn er in de afgelopen periode wetten ingevoerd die ervoor moeten zorgen dat internet voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. Denk bijvoorbeeld aan mensen die slechtziend zijn, geen muis kunnen bedienen of moeilijk taalgebruik niet begrijpen.
Daarom is het tegenwoordig voor alle overheidsinstanties en semi-overheden verplicht om met toegankelijke websites en apps te komen. Maar ook commerciële bedrijven zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat hun website voor en door iedereen te bezoeken en te gebruiken is. Om daarvan verzekerd te zijn, zijn er wettelijke voorschriften in het leven geroepen: de zogenoemde Web Content Accessibility Guidelines, of afgekort WCAG. Deze guidelines zijn ontworpen aan de hand van vier principes: een website moet waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn. Kijk voor meer informatie ook op digitoegankelijk.nl
1. Waarneembaar
Het eerste principe van de WCAG is dat een website waarneembaar moet zijn. Dit lijkt een logisch gegeven, maar vaak komt daar letterlijk veel bij kijken. Waarneembaarheid gaat over meer dan of iets wel of niet op een site te zien is. Waarneembaarheid heeft ook te maken met de beelden en geluiden die op een website te zien of te horen zijn. Iemand die doof is, bijvoorbeeld kan geen video beluisteren. Dus moet die video ondertiteld worden.
2. Bedienbaar
Het tweede principe schrijft voor dat een website of app bedienbaar moet zijn. Ook dat lijkt een open deur. Maar hoe zit het als iemand niet in staat is om een computermuis te bedienen? Daarom schrijft de WCAG voor dat alle content op een website bijvoorbeeld ook via een toetsenbord moet kunnen worden bediend.
3. Begrijpelijk
Het begrijpelijkheids-principe heeft vooral te maken met de taal die op de website wordt gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan Engelse termen, vakjargon, afkortingen, enzovoorts. Ook hier moet rekening worden gehouden met iedereen die je website wil bezoeken. Gebruik dus begrijpelijke taal. Op websites van de overheid, bijvoorbeeld, wordt het taalniveau B1 gehanteerd. Dit niveau is voor de meeste mensen in Nederland goed te begrijpen. Ironisch genoeg, voldoet zelfs het woord ‘toegankelijk’ al niet aan het taalniveau B1. Gebruik dus liever synoniemen als ‘bereikbaar' of ‘makkelijk’.
4. Robuust
Van het laatste principe van de WCAG merk je als bezoeker van een website niet zo veel. De robuustheid van een web-applicatie heeft met name te maken met de opmaaktaal van een pagina. De veelgebruikte opmaaktaal HTML voldoet in principe standaard aan de eisen die aan dit voorschrift worden gesteld.
Meer bereik, vindbaarheid en bezoek
Het spreekt voor zich, dat een goed toegankelijke website het bereik, de vindbaarheid en het bezoek aan de website ten goede komt. Alle reden dus, om hier goed bij stil te staan, nog afgezien van de wettelijke eisen die aan websites en applicaties worden gesteld.
Wij – leden van coöperatie de Webcirkel – denken daar graag over mee. Dat doen we bijvoorbeeld al voor opdrachtgevers als ZGAO (Zorggroep Amsterdam Oost) en MantelzorgNL. Samen met hen zorgen we ervoor dat niemand wordt uitgesloten van het bezoek aan hun website of applicatie. Een eenvoudige quick scan legt al snel bloot hoe en waar de toegankelijkheid van je website verbeterd kan worden.
Meer weten over de ins en outs van een ‘sociale’ web-applicatie? Neem gerust contact met ons op!
Coöperatie de Webcirkel ontwikkeld verbindende, toegankelijke websites en web-applicaties voor sociale ondernemingen en instellingen. Wil je meer over ons weten? Contact Ronald Mosselman van Coöperatie Webcirkel -